Bloed
Bloed is het transportsysteem van ons lichaam. Bloed stroomt zonder ophouden door ons lichaam om zuurstof, voedingsstoffen, eiwitten en andere stoffen aan cellen en weefsels af te leveren en afvalproducten weer af te voeren. Bloed zorgt ook voor de verdediging tegen indringers door het immuunsysteem, stolling van bloed bij verwondingen en regulering van de lichaamstemperatuur.
Bloedvatenstelsel
Het bloedvatenstelsel bestaat uit het hart en de bloedvaten.
Functies bloedvatenstelsel
• bescherming
• transport
• warmteregulatie
• homeostase
Hierbij zijn alle functies in het lichaam (bijvoorbeeld temperatuur, zuurgraad, bloeddruk en ademhaling) in evenwicht.
Werkwijze bloedvatenstelsel
De bloedvoorziening in het lichaam verloopt via het hart.
• slagaders: lopen vanuit het hart naar de organen en weefsels.
• aders: lopen van de organen en weefsels naar het hart.
Werking bloedvatenstelsel
Het hart is een autonoom werkend orgaan, dus is in staat zelf prikkels op te wekken en deze verder te geleiden.
• de linkerhelft van het hart: ontvangt zuurstofrijk bloed en vervoert dit vanuit het hart naar de organen en weefsels.
• de rechterhelft van het hart: ontvangt zuurstofarm bloed en vervoert dit naar de longen.
Stromingsmechanisme bloedvatenstelsel
• de slagaders: mechanisme van de windketelfunctie. Dit is het uittrekken en terugkeren van de aortawand, waardoor het bloed zich golfsgewijs gaat voortbewegen.
• de aders: mechanisme van de spierpomp. Daarom is het ook vanuit dieper gelegen delen, armen en benen mogelijk, dat het bloed terugkeert naar het hart.
Bloed
Het bloedplasma en de bloedcellen zijn de twee hoofdbestanddelen van het bloed.
Bloedcellen hebben een beperkte levensduur. Het lichaam breekt de cellen zelf af en vervangt ze door nieuwe cellen.
Rode bloedcellen leven ongeveer honderdtwintig dagen, witte bloedcellen ongeveer twee dagen en bloedplaatjes ongeveer tien dagen.
Bron: http://leerjaar2hetmenselijklichaam.jouwweb.nl
Bloedplasma
Uw bloed bestaat uit ongeveer 55% uit bloedplasma (serum). Het bloedplasma bestaat voor ongeveer 70% uit water met daarin onder andere mineralen, koolhydraten, vitaminen, vetten, hormonen en meer dan honderd verschillende eiwitten, zoals de antistoffen. Deze eiwitten beschermen het lichaam tegen infectieziekten door zich te hechten aan binnengedrongen virussen en bacteriën en ze zo onschadelijk te maken.
Eiwitten
De eiwitten hebben verschillende functies. Eiwitten zijn de werkers van alle cellen in uw lichaam. Eiwitten bestaan voor het grootste deel uit aminozuren. In een cel worden een reeks van aminozuren aan elkaar vastgemaakt, zodat er een lange ketting ontstaat. Die ketting wordt daarna per eiwit heel specifiek opgevouwen en opgepropt. In de cel worden er misschien stukjes van de ketting weer vanaf geknipt, andere stukjes van andere eiwitten aan geplakt en misschien ook nog wel wat suikers aan vastgeplakt. Vervolgens kan het eiwit verstuurd worden om het werk buiten de cel te gaan doen. Als het eiwit op de plaats van bestemming in het lichaam is aangekomen, wordt het uitgepakt om daar het werk te doen. De werking van het eiwit hangt af van de soorten aminozuren, waaruit het eiwit opgebouwd is en hoe het eiwit is opgevouwen.
Bron: www.vib.be
Aminozuren
Uw lichaam bestaat voor 20% uit eiwitten. Eiwitten spelen een sleutelrol in bijna alle biologische processen. Aminozuren zijn de bouwstenen van de eiwitten. Omdat een groot deel van onze cellen, spieren en weefsel uit aminozuren bestaat, vervullen de aminozuren veel belangrijke functies in ons lichaam. Aminozuren geven de cellen niet alleen hun structuur, maar zijn ook voor het vervoer en de opslag van alle stoffen in het lichaam onmisbaar. Aminozuren beïnvloeden de functies van organen, klieren, pezen of aders. Zij zijn essentieel bij wondgenezing en herstel van weefsel (vooral bij spieren, botten, huid en haren) en bij het tegengaan van de negatieve gevolgen in verband met stofwisselingsstoornissen.
Het eiwit albumine bijvoorbeeld heeft een water aanzuigende functie, waardoor het water in de bloedvaten blijft en niet weglekt naar de weefsels. Andere eiwitten vervullen samen met de bloedplaatjes een belangrijke rol binnen het bloedstollingproces. Het natuurlijke bloedstollingsproces begint meestal met de beschadiging van een bloedplaatje (trombocyt) door een wond of ‘kalk-aanslag’ (atherosclerotische plaque) op de binnenwand van een bloedvat. Er komen dan uit het beschadigde bloedplaatje stoffen vrij die het bloedstollingsproces in gang zetten. Daardoor gaat bij een uitwendige of inwendige bloeding zo weinig mogelijk bloed verloren.
Bloedcellen
Het bloed bestaat voor ongeveer 45% uit bloedcellen. Deze bloedcellen worden aangemaakt in het beenmerg. Ons bloed kent drie soorten cellen: de rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
Bron: http://leerjaar2hetmenselijklichaam.jouwweb.nl
• rode bloedcellen (de erytrocyten): deze cellen binden zuurstof aan de rode bloedkleurstof (de hemoglobine) die ze bevatten en zorgen zo voor het zuurstoftransport door het lichaam. In de organen en weefsels wordt de zuurstof afgegeven en geruild voor koolstofdioxide. De koolstofdioxide is een afvalproduct van de cellen in de weefsels en organen. De rode bloedcellen vervoeren de koolstofdioxide terug naar de longen. Als u uitademt, verlaat de kooldioxide het lichaam weer.
Rode bloedcellen worden steeds opnieuw aangemaakt in het beenmerg door deling van bepaalde beenmerg-stamcellen (de erytroblasten).
• witte bloedcellen (de leukocyten): deze cellen zijn nauw betrokken bij de afweerreacties van uw lichaam tegen infecties met bijvoorbeeld bacteriën, virussen en schimmels. De cellen zijn groter dan rode bloedcellen en samen hebben de witte bloedcellen twee belangrijke functies:
1. het verdedigen van het lichaam tegen infecties met lichaamsvreemde stoffen en bijvoorbeeld bacteriën, virussen, parasieten, schimmels en gisten. Bij een infectie zijn er ook meer witte bloedcellen in ons lichaam aanwezig.
2. het opruimen van de resten van cellen en schadelijke stoffen in het lichaam.
• bloedplaatjes (de trombocyten): deze bloedcellen brengen na een beschadiging de bloedstolling op gang zodat de bloeding stopt.
Het bloedplaatje is de kleinste cel in het bloed. Ze helpen bij de genezing van wonden door er voor te zorgen dat het bloeden stopt en er een korst op de wond ontstaat.
Bloed – bloedsomloop
ArtsenVoorKinderen
Animatie over Bloed – Cyberpoli.nl
https://youtu.be/nidcwhpoEVY
Bloed – samenstelling van het bloed
ArtsenVoorKinderen
Animatie over Bloed – www.cyberpoli.nl
https://youtu.be/5aDFS2CpyZ4
Bloed – functie van het bloed
ArtsenVoorKinderen
Animatie over Bloed – www.cyberpoli.nl
https://youtu.be/d65fLrAqxu4
Bloed – de verschillende bloedgroepen
ArtsenVoorKinderen
Animatie over Bloed – www.cyberpoli.nl
https://youtu.be/XeIXGz0yv24
Erfocentrum: Overerving bloedgroep
In dit filmpje van het Erfocentrum zie je uitgebeeld hoe bloedgroepen overerven. Op basis van bloedgroepen kun je overigens nooit vaststellen of iemand familie van je is.
https://youtu.be/O18Kvi0R5MQ
Erfocentrum: Multifactorieel overerven
Hoe erf je een ziekte? Veel ziektes erven multifactorieel over. Wat dat is, zie je in dit filmpje van het Erfocentrum.
https://youtu.be/p0l35yFxeZw
Erfocentrum: X-gebonden recessief overerven
Hoe erf je een ziekte? Sommige ziektes erven X-gebonden recessief over. Wat dat is, zie je in dit filmpje van het Erfocentrum.
https://youtu.be/nJaCrPl96J4
Erfocentrum: Autosomaal overerven
Hoe erf je een ziekte? Veel ziektes erven autosomaal recessief of autosomaal dominant over. Wat dat is, zie je in dit filmpje van het Erfocentrum.
https://youtu.be/hGIHTDREiGo
Verantwoordingstekst bloed
De informatie over het bloed is algemeen.
Iedere situatie is anders, dus raadpleegt u bij vragen altijd uw huisarts of medisch specialist.