Sclerodermie

 

Sclerodermie is een auto-immuunziekte waarbij de huid, door een verhoogde aanmaak van collageen in het bindweefsel, verhardt en verdikt. Sclerodermie, ‘sclero’ betekent hard en ‘derma’ betekent huid, betekent letterlijk ‘harde huid‘.
We onderscheiden twee hoofdvormen van sclerodermie, dat zijn de lokale sclerodermie en de systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc). De effecten van sclerodermie variëren sterk van licht tot levensbedreigend, afhankelijk van hoe wijdverspreid de ziekte is en welke delen van het lichaam worden aangetast. De verdikking en verharding van de huid bij beide hoofdvormen wordt veroorzaakt door een verhoogde collageenproductie in het bindweefsel in uw lichaam.
De belangrijkste bevinding bij systemische sclerodermie ofwel systemische sclerose (SSc) is, dat het ontregelde immuunsysteem van het lichaam, naast de verdikking en verharding van de huid, ontstekingen en bindweefsellittekens in veel lichaamsdelen veroorzaakt. Dat leidt tot problemen in de longen, nieren, hart, darmstelsel en andere gebieden.
Hoewel de onderliggende oorzaak onbekend is, zijn er effectieve behandelingen voor sommige vormen van sclerodermie.

We onderscheiden twee hoofdvormen van sclerodermie:
Lokale sclerodermie
Lokale sclerodermie wordt ingedeeld in drie subvormen:
Morfea.
Lineaire sclerodermie.
Sclerodermie en coup de sabre.

Systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc)
Systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc) wordt ingedeeld in twee subvormen:
Beperkte cutane systemische sclerose (CREST-syndroom). Uw vingers, onderarmen, voeten, onderbenen en gezicht zwellen op en de huid verhardt en verdikt. Bij de gelimiteerde vorm kunt u last krijgen van calcinose, fenomeen van Raynaud, aantasting van de slokdarm, sclerodactylie en/of teleangiëctasiën.
Diffuse cutane systemische sclerodermie. Deze vorm tast grotere delen van de huid van ledematen en romp aan en tast uw inwendige organen aan.

Sclerodermie is een relatief zeldzame ziekte. Ongeveer 75.000 tot 100.000 mensen in de VS hebben bijvoorbeeld deze ziekte en de meeste daarvan zijn vrouwen in de leeftijd van 30 tot 50 jaar. Tweelingen en familieleden van mensen met sclerodermie of andere auto-immuunziekten van het bindweefsel, zoals lupus erythematosus, hebben een licht hoger risico om sclerodermie te krijgen. Kinderen kunnen ook sclerodermie ontwikkelen, maar de ziekte is anders bij kinderen dan bij volwassenen.

Oorzaak van sclerodermie

Sclerodermie is een auto-immuunziekte die de huid laat verharden. Sclerodermie, ‘sclero’ betekent hard en ‘derma’ betekent huid, betekent letterlijk ‘harde huid‘.
We onderscheiden twee hoofdvormen van sclerodermie, dat zijn de lokale sclerodermie en de systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc). De effecten van sclerodermie variëren sterk van licht tot levensbedreigend, afhankelijk van hoe ernstig en wijdverspreid de ziekte is en welke delen van het lichaam worden aangetast.

Sclerodermie is een huidaandoening, waarbij de huid op sommige plaatsen verhard en verdikt wordt door een teveel aan bindweefsel. Bindweefsel komt overal in het lichaam voor en bestaat onder andere uit eiwitdraden, collageen en elastine. Collageen is een lichaamseigen stof en een eiwit, dat het bindweefsel bij elkaar houdt, bijvoorbeeld in uw botten, bloedvaten, maar ook in de huid. De lederhuid (de middelste laag van uw huid) bestaat voor 30% uit collageen. Collageen zorgt ervoor dat de huid stevig blijft en elastine zorgt voor elasticiteit. De verharding en verdikking van de huid bij beide hoofdvormen wordt veroorzaakt door een verhoogde aanmaak van collageen. Hierdoor wordt het bindweefsel strakker en minder elastisch. Het bindweefsel (inclusief de elastische vezels) verliest structuur en functionaliteit. Ook haren en zweetklieren verdwijnen. De huid wordt daardoor stug en hard en voelt droog aan.

Naast de verdikking en verharding van de huid bij beide hoofdvormen is bij systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc) het ontregelde immuunsysteem van het lichaam verantwoordelijk voor ontstekingen en littekens in veel organen. Volgens onderzoek spelen beschadigingen in de vaatwand van de haarvaatjes van bloedvaten en een overactief afweersysteem een rol in de ontstekingen en littekens in veel organen.
Hoewel de onderliggende oorzaak onbekend is, zijn er effectieve behandelingen voor sommige vormen van sclerodermie.

Lokale sclerodermie
Bij lokale sclerodermie wordt de huid op sommige plaatsen verhard en verdikt door een teveel aan bindweefsel. Bindweefsel komt overal in het lichaam voor en bestaat onder andere uit eiwitdraden, collageen en elastine. Collageen zorgt ervoor dat de huid stevig blijft en elastine zorgt voor elasticiteit. Bij sclerodermie wordt er meer collageen gevormd dan elastine. Hierdoor wordt het bindweefsel strakker en minder elastisch. Het bindweefsel (inclusief de elastische vezels) verliest structuur en functionaliteit.
Er worden drie subvormen onderscheiden:
Morfea.
Lineaire sclerodermie.
Sclerodermie en coup de sabre.

Systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc).
Systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc) is een auto-immuunziekte en wordt tot de reumatische aandoeningen gerekend. Systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc) is de meest ernstige vorm van de ziekte en kan, naast het verharden van het bindweefsel in de huid, spieren, gewrichten, bloedvaten, longen, nieren, hart en andere organen aantasten. De belangrijkste bevinding is, dat het ontregelde immuunsysteem van het lichaam en volgens onderzoek beschadigingen in de vaatwand van de haarvaatjes van bloedvaten verdikking en verharding van de huid, ontstekingen en littekens in veel organen veroorzaakt. Systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc) is niet erfelijk, maar komt wel vaker voor in dezelfde familie.
Er zijn twee belangrijke subvormen van systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc):
Beperkte cutane systemische sclerose (CREST-syndroom).
Diffuse cutane systemische sclerodermie

Vormen van sclerodermie

Er zijn twee hoofdvormen van sclerodermie te onderscheiden.

Lokale sclerodermie
Gelokaliseerde sclerodermie tast meestal alleen de huid en onderliggende weefsels aan, hoewel het zich kan verspreiden naar de spieren, gewrichten en botten. Het beïnvloedt de interne organen niet.
De drie subvormen van lokale sclerodermie zijn:
Morphea. Op de romp, soms in het gezicht en op de ledematen zijn er ronde tot ovaal duidelijk begrensde vaak samenvloeiende huidafwijkingen. Het midden van de vlekken is in het begin ivoorkleurig en voelt verhard aan. De huid wordt stugger en dikker op meer plaatsen van het lichaam. Later is er juist verdunning (atrofie). In de beginfase is er vaak een lila-kleurige ring aan de rand van de vlek, later ontstaan er pigmentverschuivingen (lichte en donkere gebieden). De vlekken kunnen een centimeter groot zijn, maar ook enkele decimeters. Op de plek van de vlekken is ook verlies van haren en zweetklieren. Bij de uitgebreidere vorm komen vooral op de romp meerdere ronde, ovale tot grillig gevormde plekken voor.
Lineaire sclerodermie. De typische huidafwijkingen, een streep van verharde huid op uw lichaam, zijn gerangschikt in een bandvorm. Deze streep begint vaak op één knie, been, arm, de elleboog of het gezicht, maar ook wel eens op één zijde van de borst, buik of billen en loopt door tot de romp. Loopt de streep over een gewricht, dan kunt u dat gewricht vaak minder goed bewegen. Bij een aangedaan been of arm kan dit plaatselijk gezwollen (oedeem) zijn. Soms kan ook het bot- en spierweefsel aangedaan zijn, wat groeistoornissen kan veroorzaken.
Sclerodermie en coup de sabre. Bij deze vorm zit de huidafwijking aan één zijde van het voorhoofd. De huidafwijking loopt wat achterwaarts, vanuit de huid over de voorste haargrens, door onder het haar. De huid is op die plek bandvormig ingedeukt en lijkt of dit met een sabel gedaan is. De aangedane schedelhuid verliest haren en veroorzaakt een kale plek met pigmentverschuivingen.

Systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc)
Hierbij verhardt het bindweefsel in de huid van de handen, de voeten en het gezicht en raken ook de inwendige organen van het spijsverteringskanaal, longen, hart en nieren aangetast. Hierdoor gaan de organen slechter werken.
Systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc) wordt ingedeeld in twee subvormen:
Beperkte cutane systemische sclerose (CREST-syndroom). Hier is de verdikking en verharding van de huid en de strakheid meestal beperkt tot de vingers en tenen, maar deze vorm wordt ook geassocieerd met pulmonale hypertensie. De beperkte cutane vorm wordt meestal geassocieerd met één of meer symptomen, die behoren tot het CREST-syndroom.
CREST-syndroom symptomen zijn onder meer: • Calcinose met de vorming van verkalkte knobbeltjes (kalkaanslag) onder de huid • Fenomeen van Raynaud met verminderde bloedtoevoer naar vingers en tenen, waardoor vingers en tenen wit, blauw en rood verkleuren  • Functiestoornissen van de slokdarm met problemen als moeite met slikken, zure reflux en brandend maagzuur • Sclerodactylie is een aanscherping, verharding en verdikking van de huid van de vingers. Het is een auto-immuunziekte en een zeldzame vorm van artritis • Teleangiëctasiën zijn permanent verwijdde kleine bloedvaatjes in de huid met rode vlekken op de huid door de gezwollen haarvaten.
Er is een geleidelijker verloop bij deze vorm van sclerodermie met een late kans op complicaties van voornamelijk het maag-darmkanaal, de longen of de circulatie van hart-long. Uw vingers, onderarmen, voeten, onderbenen en gezicht zwellen op en verharden. Soms raken organen aangetast.
Diffuse cutane systemische sclerodermie. Deze vorm is zeer ernstig en treft grotere delen van de huid van de ledematen en romp en tast uw organen aan. De diffuse cutane vorm heeft een snellere toename van de verdikking en de strakheid van de huid, die begint bij de handen en voeten, waarna de romp, armen en benen kunnen volgen. Het bindweefsel in uw inwendige organen neemt toe, vooral in de longen, maar ook in het spijsverteringskanaal, het hart en de nieren. Bindweefsel komt door het hele lichaam en omvat eiwitdraden, collageen en elastine. Collageen is een eiwit dat het bindweefsel bij elkaar houdt, bijvoorbeeld in uw botten, bloedvaten, maar ook in de huid. Collageen zorgt ervoor dat de huid stevig blijft en elastine zorgt voor elasticiteit. Bij sclerodermie wordt meer collageen gevormd dan elastine. Dit maakt het bindweefsel strakker en minder elastisch. Ontstekingen treden op in het lichaam en de haarvaten worden steeds meer geblokkeerd.
Deze vorm van sclerodermie gaat vaker gepaard met problemen bij inwendige organen, zoals longen, nieren of het maag-darmkanaal.

De bovenstaande indeling wordt gemaakt op basis van het patroon van de verdikking van de huid. Deze indeling op basis van het huidpatroon is relevant omdat de beperkte cutane en diffuse cutane vormen van systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc) verschillen in ziektebeloop, betrokkenheid van de organen en het tempo waarin het ziekteproces verloopt.

Image ID 116710923 © Designua | Dreamstime.com

Klachten bij sclerodermie

Sclerodermie begint met huidproblemen. Bij beide typen sclerodermie zijn de huidproblemen ongeveer hetzelfde. Op bepaalde plekken op uw lichaam krijgt u eerst grillige, paarse vlekken. Door het nieuwe bindweefsel wordt de huid daar dikker, hard, strak en droog. Huidplooien verdwijnen en de huid die ontstaat, lijkt op littekenweefsel. Op uw aangetaste huid kan de beharing verdwijnen.
Bijna alle mensen met sclerodermie voelen zich daarnaast zeer vermoeid. Soms is er een reden, dan is bijvoorbeeld sprake van bloedarmoede of een hart-, long- of een nierfunctie probleem. Soms is dat niet het geval en leidt de ziekte zelf tot grote vermoeidheid.

Lokale sclerodermie
De verdikking en verharding van de huid bij lokale sclerodermie wordt veroorzaakt door een verhoogde collageenproductie in het bindweefsel in uw lichaam.
Morphea: op de romp, soms in het gezicht en op de ledematen zijn er ronde tot ovaal duidelijk begrensde vaak samenvloeiende huidafwijkingen. Het midden van de vlekken is in het begin ivoorkleurig en voelt verhard aan. De huid wordt stugger en dikker op meer plaatsen van het lichaam. Later is er juist verdunning (atrofie). In de beginfase is er vaak een lila-kleurige ring aan de rand van de vlek, later ontstaan er pigmentverschuivingen (lichte en donkere gebieden). De vlekken kunnen een centimeter groot zijn, maar ook enkele decimeters. Op de plek van de vlekken is ook verlies van haren en zweetklieren. Bij de uitgebreidere vorm komen vooral op de romp meerdere ronde, ovale tot grillig gevormde plekken voor.
Lineaire sclerodermie: de typische huidafwijkingen, een streep van verharde huid op uw lichaam, zijn gerangschikt in een bandvorm. Deze streep begint vaak op één knie, been, arm, de elleboog of het gezicht, maar ook wel eens op één zijde van de borst, buik of billen en loopt door tot de romp. Loopt de streep over een gewricht, dan kunt u dat gewricht vaak minder goed bewegen. Bij een aangedaan been of arm kan dit plaatselijk gezwollen (oedeem) zijn. Soms kan ook het bot- en spierweefsel aangedaan zijn, wat groeistoornissen kan veroorzaken.
Sclerodermie en coup de sabre: bij deze vorm zit de huidafwijking aan één zijde van het voorhoofd. De huidafwijking loopt wat achterwaarts, vanuit de huid over de voorste haargrens, door onder het haar. De huid is op die plek bandvormig ingedeukt en lijkt of dit met een sabel gedaan is. De aangedane schedelhuid verliest haren en veroorzaakt een kale plek met pigmentverschuivingen.

Systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc)
Systemische sclerodermie of systemische sclerose is de meest ernstige vorm van de ziekte en kan de huid, spieren, gewrichten, bloedvaten, longen, nieren, hart en andere organen aantasten. Dit wordt veroorzaakt door een verhoogde collageenproductie in het bindweefsel in uw lichaam. Er zijn twee belangrijke vormen van systemische sclerodermie of systemische sclerose: beperkte cutane systemische sclerose (CREST-syndroom) en diffuse cutane systemische sclerodermie.
Beperkte cutane systemische sclerose (CREST-syndroom). Uw vingers, onderarmen, voeten, onderbenen en gezicht zwellen op en verharden. Soms raken organen aangetast. Bij de gelimiteerde vorm kunt u last krijgen van calcinose (Calcinosis), fenomeen van Raynaud (Raynaud phenomenon), aantasting van de slokdarm (Esophageal dysfunction), sclerodactylie (Sclerodactyly) en/of teleangiëctasiën (Telangiectasia).
Diffuse cutane systemische sclerodermie. Deze vorm tast grotere delen van de huid van ledematen en romp aan en uw organen.

Klachten bij SSc kunnen zijn:
•• Problemen met de huid. Uw vingers kunnen opzwellen en de huid kan verharden door de toename van het bindweefsel in de huidlaag. Het pigment van de huid kan in een later stadium veranderen en vaak verdwijnen de zweetkliertjes en kunt u over uw hele lichaam haar verliezen, behalve op uw hoofd. Uiteindelijk kan uw huid verder verstrakken en verharden, waardoor u jeuk krijgt en/of u uw gewrichten minder goed kunt bewegen.
•• Problemen met de mond. Uw mondopening wordt kleiner en gerimpeld door uw verstrakte huid. Het wordt moeilijker om uw tanden te poetsen, dus de kans op gaten in uw tanden en ontsteking van uw tandvlees is groter. U kunt wondjes in uw mond krijgen, wanneer u een kunstgebit draagt of uw prothese inbrengt. Als u minder speeksel produceert, heeft u mogelijk een droge mond en bent u vatbaarder voor schimmelinfecties en andere ontstekingen in uw mond. Aantasting van het tandglazuur is mogelijk bij oprispingen van maagzuur. Een mogelijke heesheid in uw stem kan optreden als gevolg van meer bindweefselvorming aan uw stembanden. Uw tong wordt minder beweeglijk. De huid van uw lippen en wangen trekt (steeds) strakker aan.
•• Sclerodactylie. Bij sclerodactylie ontstaat een verharding en verdikking van de huid van de vingers met bewegingsbeperkingen. Het lukt niet om een huidplooi op te pakken. Het kan ervoor zorgen dat de vingers naar binnen krullen en de handen een gekromde vorm krijgen. De vingertoppen zijn vaak spits (pulpverlies), dit is het beste te zien aan de duimen. Aan de vingertoppen kunnen wondjes of littekens (digital pittings scars) aanwezig zijn. Systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc) veroorzaakt sclerodactylie, een auto-immuunziekte en een zeldzame vorm van artritis. Patiënten hebben vaak ook last van het fenomeen van Raynaud
•• Teleangiëctasiën. Teleangiëctasiën zijn verwijde bloedvaatjes in de huid. Het zijn fijn vertakte kleine bloedvaatjes in de huid, die een soort netwerkpatroon vormen. Typerend voor deze kleine rode bloedvaatjes is dat ze ‘wegdrukbaar‘ zijn: door met een vinger op de huid te drukken, worden de bloedvaatjes onzichtbaar en nadat de druk is opgeheven, vullen de bloedvaatjes zich weer met bloed. Uitgezette bloedvaatjes (teleangiectasieën) komen veel voor, zijn niet te voorkomen en lastig te behandelen.
•• Calcinose. Bij calcinose is er vorming van verkalkte knobbeltjes onder de huid. Kalkafzetting onder de huid kan pijnlijk zijn en soms veroorzaken de verkalkte knobbeltjes wonden die slecht genezen.
•• Open wondjes op uw vingers en tenen. Open wondjes (digitale ulcera) op uw vingers en tenen kunnen gaan ontsteken en dan veel pijn en functieverlies veroorzaken. Deze digitale ulcera, open wondjes op de vingers of tenen, zijn een veelvoorkomend symptoom bij patiënten met systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc). Circa 40 tot 50% van de patiënten met SSc heeft wel eens last van digitale ulcera. Bij een op de drie patiënten treden digitale ulcera op, die slecht genezen of steeds terugkomen en veel pijn doen.
•• Problemen met de gewrichten. Gewrichten worden stijver. In elk gewricht komt bindweefsel voor en dat geeft het gewricht stevigheid. Als de hoeveelheid bindweefsel in het gewricht toeneemt, dan wordt het gewricht stijver. De huid rond de gewrichten kan zó strak getrokken worden dat het gewricht in een onnatuurlijke positie terechtkomt. Hierdoor verplaatst u zich moeizaam en kunt u het gewricht minder goed bewegen en gebruiken.
•• Problemen met de slokdarm. Een te veel aan bindweefsel kan de normale bewegingen van uw slokdarm belemmeren. Uw eten kan vast komen te zitten achter uw borstbeen. Er kunnen zich in uw slokdarm zweertjes ontwikkelen. Misschien werkt de sluitspier van uw slokdarm niet zo goed meer. Vervolgens loopt maagzuur terug in uw slokdarm en begint het slijmvlies aan te tasten. U krijgt last van brandend maagzuur of een brandende pijn achter uw borstbeen. Soms loopt het maagzuur door uw keel in de luchtpijp, die dan geïrriteerd raakt, wat hoesten, slikken of heesheid veroorzaakt. Omdat uw slokdarm stijver wordt, verwerkt uw lichaam het voedsel minder goed. Voedsel moet naar beneden zakken door de zwaartekracht of door wat te drinken. De klachten kunnen niet worden voorkomen en gaan niet meer weg.
•• Problemen met de maag. Uw maaginhoud kan terugvloeien naar uw mond wanneer u zit of ligt, omdat het klepje tussen maag en slokdarm continu geopend is. Omhoogkomend maagzuur kan een ontsteking aan het slijmvlies in uw slokdarm veroorzaken. U kunt last krijgen van een verstoorde beweeglijkheid van uw maag, waardoor het eten langer in uw maag blijft en u langer een vol gevoel heeft. Bij een watermeloenmaag (is zeldzaam) zijn de bloedvaten in het onderste deel van uw maag uitgezet (de buitenkant van uw maag lijkt dan op die van een watermeloen) en kunnen snel gaan bloeden.
•• Problemen met de darmen. Als er meer bindweefsel in uw darmen ontstaat, kan dit leiden tot darmen die niet meer goed kunnen samentrekken. Uw voedsel verteert minder goed en u kunt last hebben van darmkrampen, diarree en gewichtsverlies. Uw darmflora wordt aangetast en de relatie tussen de verschillende bacteriesoorten in uw darmen wordt verstoord. Als uw dunne darm groter wordt als gevolg van een blokkade (opstopping) en er zijn te veel bacteriën in de darm, dan zal uw voedsel niet goed verteren. Uitgezette bloedvaatjes in de dunne darm kunnen gaan bloeden, waardoor u bloedarmoede kunt krijgen. Door de verminderde beweeglijkheid van de darmen kunt u ook darmblokkades (constipatie) in de dikke darm krijgen. Heel soms komt het voor dat de sluitspier van de anus onvoldoende werkt en de ontlasting niet (goed) meer opgehouden kan worden.
•• Problemen met de nieren. Als de hoeveelheid bindweefsel in uw nieren toeneemt, dan kan de werking van uw nieren opeens sterk achteruitgaan. Als de bloedvaten in uw nieren worden aangetast, dan kunt u een niercrisis krijgen: uw bloeddruk is erg hoog en de nieren verliezen hun functie. Dat gaat bijna altijd hand in hand met een plotselinge verhoging van de bloeddruk. Door deze stijging van de bloeddruk krijgt u een stekende hoofdpijn, gaat u wazig zien en moet u hevig braken. Het risico hierop is het grootst als u huidverharding heeft boven de ellebogen en knieën gedurende de eerste jaren van de ziekte.
•• Problemen met de longen. U kunt last krijgen van longfibrose (pulmonaire fibrose) en pulmonale hypertensie. Bij longfibrose kunnen ​​door ontstoken longweefsel bindweefsellittekens ontstaan. Uw longcapaciteit vermindert en uw longen nemen minder zuurstof op. Uw longen zullen dan minder elastisch worden, waardoor ze minder zuurstof naar uw bloed kunnen transporteren en met moeite het afvalproduct koolstofdioxide in het bloed kunnen afgeven. Als het bindweefsel toeneemt in de vliezen rond uw longen, dan kunnen deze vliezen gaan verkleven en neemt uw uithoudingsvermogen af. U krijgt last van kortademigheid bij inspanning en is er veel extra bindweefsel in de vliezen, dan kunt u ook in rust benauwd worden. ​​Pulmonale hypertensie. Als de bloeddruk in uw longen te hoog wordt, dan is er sprake van pulmonale hypertensie. Uw conditie neemt dan af en u kunt last krijgen van kortademigheid, pijn op de borst, flauwvallen en vochtophoping in uw benen. Pulmonale arteriële hypertensie is een van de vormen van pulmonale hypertensie. De oorzaak hiervan kan onbekend zijn, kan erfelijk zijn en komt voor bij reumatische ziekten en aangeboren hartafwijkingen. De aandoening is zeldzaam en de symptomen zijn in eerste instantie niet alarmerend. De diagnose wordt daarom soms laat gesteld.
•• Problemen met het hart. Door de vorming van bindweefsellittekens in de hartspier kan uw hart zijn werk niet meer goed doen. Uw hart pompt bloed door uw lichaam met behulp van ritmische samentrekkingen. De samentrekkingen ontstaan door een prikkelgeleidingssysteem: het hartritme. Op deze manier krijgen al uw cellen zuurstof, voedingsstoffen en andere stoffen die het lichaam nodig heeft en worden afvalproducten afgevoerd. Door de vorming van extra bindweefsel kunt u verschillende hartklachten krijgen: Hartritmestoornissen, waarbij de vorming van meer bindweefsel in uw hart het prikkelgeleidingssysteem van uw hart kan beschadigen. Myocarditis, waarbij de knijpkracht van uw hart afneemt door een ontstoken hartspier. Pericarditis, waarbij vocht zich kan ophopen in uw hartzakje. Kortademigheid, waarbij een toename van het bindweefsel in de hartspier de pompfunctie van uw hart kan doen afnemen, wat leidt tot kortademigheid tijdens inspanning en vooral ’s avonds last van opgezwollen enkels. Pijn achter uw borstbeen, waarbij het hartvlies rond uw hart ontstoken kan raken en pijn achter uw borstbeen kan veroorzaken.

Image ID 129766606 © Normaals | Dreamstime.com

Diagnose

Uw arts baseert de diagnose op een combinatie van een anamnese, zijn bevindingen en aanvullende onderzoekuitslagen.

Anamnese
Als u bij een reumatoloog komt, zal de arts u allerlei vragen stellen, zoals:
• wat uw klachten zijn.
• hoe uw klachten zijn ontstaan.
• welke klachten of aandoeningen u al eerder heeft gehad of nog steeds heeft (uw medische voorgeschiedenis).
• wanneer uw klachten optreden en wat deze klachten verergert.
• welke medicijnen u gebruikt.
• hoe uw dagpatroon er ongeveer uitziet.
• wat voor werk u doet.
• komen er in uw familie reumatische aandoeningen voor?

Om een diagnose te stellen, zal een arts vragen stellen over uw medische geschiedenis, een lichamelijk onderzoek doen en eventueel laboratoriumtests en röntgenfoto’s bestellen. Zorgvuldige klinische evaluatie is de primaire methode voor het controleren van sclerodermie. Röntgenfoto’s en CT-scans worden gebruikt om botafwijkingen te bekijken. Thermografie kan verschillen in huidtemperatuur tussen het afwijkende en het normale weefsel detecteren. Beeldvorming met ultrageluid en magnetische resonantie (MRI) kan helpen bij het beoordelen van weke delen in het lichaam.

Als er de verdenking bestaat van gelokaliseerde sclerodermie is het lichamelijk onderzoek in combinatie met een huidbiopsie meestal voldoende om de lokale sclerodermie te diagnosticeren.
Als er een vermoeden bestaat van systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc) zijn de aanwezigheid van het fenomeen van Raynaud en de verdikking, zwelling en verstrakking van de huid de meest voorkomende klachten in het beginstadium van de ziekte.

Het fenomeen van Raynaud.
Raynaud kan leiden tot gezwollen vingers en tenen en kleurveranderingen, gevoelloosheid, pijn, huidzweertjes en gangreen op de vingers en tenen. Het fenomeen van Raynaud treedt op wanneer de bloedtoevoer naar de handen en vingers tijdelijk wordt verminderd, vaak na blootstelling aan koude temperaturen. Dit is een van de eerste tekenen van de ziekte, omdat ongeveer 90% van de patiënten met sclerodermie het fenomeen van Raynaud heeft. Maar verder onderzoek is nodig, want mensen met andere ziekten kunnen ook Raynaud hebben en sommige mensen, die last van het fenomeen van Raynaud hebben, hebben geen andere ziekte.
Verdikking van de huid, zwelling en verstrakking.
Bindweefsel komt overal in het lichaam voor en bestaat onder andere uit eiwitdraden, collageen en elastine. Collageen is een lichaamseigen stof en een eiwit, dat het bindweefsel bij elkaar houdt, bijvoorbeeld in uw botten, bloedvaten, maar ook in de huid. Collageen zorgt ervoor dat de huid stevig blijft en elastine zorgt voor elasticiteit. De verharding, verdikking en verstrakking van de huid bij sclerodermie wordt veroorzaakt door een verhoogde aanmaak van collageen. Hierdoor wordt het bindweefsel strakker en minder elastisch. Het bindweefsel (inclusief de elastische vezels) verliest structuur en functionaliteit. Ook haren en zweetklieren verdwijnen. De huid wordt daardoor stug en hard en voelt droog aan. De huid kan op sommige plaatsen ook glanzend of ongebruikelijk donker of licht worden. De ziekte kan soms resulteren in veranderingen in het uiterlijk van de persoon, vooral in het gezicht. Wanneer de huid extreem strak wordt, kan de functie van het betreffende gebied worden verminderd.

Maar voor de diagnose systemische sclerodermie of systemische sclerose (SSc) is meer onderzoek nodig om zowel de diagnose te stellen, maar ook om duidelijk te krijgen hoe vergevorderd de ziekte is. Dit is niet alleen belangrijk voor de behandeling, maar ook voor de inschatting hoe de ziekte zich verder zal ontwikkelen.
Andere onderzoeken. Als uw arts vermoedt dat ook uw inwendige organen bij de ziekte betrokken zijn, kan hij een aantal onderzoeken laten doen:
•• Rodnan huidscore (mRSS).
Als u huidafwijkingen heeft, meet uw arts gewoonlijk de dikte en de omvang van huidafwijkingen met een huidscore-test. De arts beoordeelt uw huid op zeventien plaatsen in de huidscore-test. Door te voelen meet hij de dikte en stijfheid van uw huid. Elk gebied krijgt een score tussen 0 (= normaal) en 3 (= maximaal verdikt en stijf). In totaal geeft dit een score tussen 0 en 51 punten. Door dit onderzoek op verschillende tijdstippen uit te voeren, kan de arts zien hoe de ziekte zich ontwikkelt. Hij kan ook meten of de gekozen behandeling effect heeft. Als de totaalscore in korte tijd snel stijgt, is uw ziekte actief. Zodra de ziekte onder controle is, zal de huidscore niet langer toenemen, meestal neemt de score af.
•• Bloedtesten.
Bloedbezinking (BSE). Een verhoogde bezinkingssnelheid van rode bloedcellen (erytrocyten) bevestigt de mate van ontsteking. Bij deze test wordt de snelheid gemeten, waarmee de rode bloedcellen door de zwaartekracht uitzakken in een rechtopstaand, smal buisje met bloed. Het bovenste deel van het bloed in de buis is het plasma, dat na het uitzakken van de rode bloedcellen zichtbaar wordt als een kolom heldere, gelige vloeistof. De lengte van deze kolom plasma wordt na één uur tijd gemeten en uitgedrukt in millimeters per uur (mm/uur). De bezinkingswaarden in het bloed kunnen hoger worden bij een ontsteking. Hoe ernstiger de ontsteking, hoe hoger de bezinkingswaarden. Deze bloedtest stelt geen diagnose van één specifieke ziekte. In plaats daarvan helpt het uw arts om vast te stellen of u een ontsteking heeft. Dit kan het gevolg zijn van infecties (bacteriën, virussen), tumoren en auto-immuunziekten.
Bloedgassen. De meting van bloedgassen gebeurt om de verhouding zuurstof (O2) en kooldioxide (CO2) in het bloed te bepalen en de zuur-base balans (de balans van de pH-waarde van het bloed) te controleren. Dit wordt gedaan door een bloedmonster uit de slagader of ader te nemen. Een verstoorde zuurstof-koolstofdioxidebalans of een aangetaste zuur-alkalische balans treedt op bij symptomen zoals leverproblemen, zuurstoftekort, slechte doorbloeding en problemen met de bloeddruk.
• Hemoglobineniveau (Hb). Hemoglobine (Hb) is een zuurstof-transporterend en ijzerhoudend eiwit, dat ín de rode bloedcellen aanwezig is. Het hemoglobinegehalte (Hb) van het bloed geeft aan of er voldoende aanmaak en vulling van rode bloedcellen is. Hemoglobine is verantwoordelijk voor het zuurstoftransport in het bloed en een te lage hemoglobinewaarde leidt tot (ernstige) vermoeidheid.
• Antilichamen in uw bloed. Er kan getest worden op bijvoorbeeld:
antinucleaire antilichamen (ANA), die positief reageren op verschillende auto-immuunziekten en aanwezig zijn bij ongeveer 95% van de patiënten met sclerodermie. De ANA-test is een van de primaire tests om een ​​vermoede auto-immuunziekte te diagnosticeren of om andere ziekten met soortgelijke tekenen en symptomen uit te sluiten. Antinucleaire antilichamen (ANA) zijn een groep auto-antilichamen die worden geproduceerd door het immuunsysteem. De ANA-test detecteert antinucleaire antilichamen (ANA) in uw bloed. Uw immuunsysteem maakt normaal gesproken antilichamen aan om uw lichaam te helpen infecties te bestrijden. In tegenstelling hiermee vallen de antinucleaire antilichamen vaak de lichaamseigen cellen van uw lichaam aan, waarbij de ANA zich specifiek richten op stoffen die in de kern van een cel worden aangetroffen, vandaar de naam ‘antinucleair‘. ANA kunnen schade aan het weefsel veroorzaken door te reageren met nucleaire stoffen wanneer deze worden vrijgegeven door beschadigde of stervende cellen. Ze beschadigen daarom waarschijnlijk levende cellen niet omdat ze hun kernen niet kunnen bereiken. In de meeste gevallen geeft een positieve ANA-test aan dat uw immuunsysteem een verkeerd gerichte aanval op uw eigen weefsel heeft ingezet, met andere woorden, een auto-immuunreactie. ANA reageert met componenten van de eigen gezonde cellen van het lichaam en veroorzaakt tekenen en symptomen zoals weefsel- en orgaanontsteking, gewricht- en spierpijn en vermoeidheid. Maar sommige mensen hebben positieve ANA-tests, zelfs als ze gezond zijn.
– Scl-70-antilichaam (topoisomerase-1), dat vaak positief reageert bij 60 tot 80% van de mensen met SSc. Dat gebeurt zelden bij gelokaliseerde sclerodermie (morfea). Het Scl-70-antilichaam wordt geassocieerd met een verhoogd risico op pulmonaire fibrose (longfibrose) bij systemische sclerodermie. Diffuse cutane systemische scleroderma (SSc) patiënten zullen in ongeveer 30% van de gevallen positief testen op antilichamen tegen topoisomerase-1.
anticentromere antilichaam (ACA)
, dat aanwezig is bij 60 tot 80% patiënten met beperkte cutane systemische sclerose (CREST-syndroom) en sterk geassocieerd is met pulmonale hypertensie. Het anticentromeer antilichaam (ACA) is een auto-antilichaam, een eiwit dat wordt geproduceerd door het immuunsysteem en dat de eigen cellen in het lichaam aanvalt. ACA is een van de vele antinucleaire antilichamen en is gericht tegen de centromeer, een component van de chromosomen die worden aangetroffen in alle cellen in ons lichaam, met uitzondering van de rode bloedcellen. De ACA-test detecteert en meet de hoeveelheid anticentromere antilichamen die in het bloed worden aangetroffen om een vorm van sclerodermie te helpen diagnosticeren. ACA kan aanwezig zijn bij 95% van de mensen met het CREST-syndroom. Ongeveer 60 tot 80% van de patiënten met beperkte cutane systemische sclerose (SSc) kan positief testen op anticentromere antilichamen (ACA). ACA wordt gevonden bij slechts ongeveer 5% van de patiënten met diffuse cutane systemische sclerodermie. 
•• capillaire microscopie om te kijken naar haarvaatjes in de nagelriem.
Bij een normaal beeld van de haarvaatjes (capillairen) in de nagelriem van uw vinger of teen liggen deze  netjes naast elkaar geplaatst in de vorm van een haarspeld. De haarvaatjes zijn heel dun en er is geen bloeding te zien. Vaak kunnen afwijkingen aan uw haarvaatjes worden gezien in een vroeg stadium van sclerodermie. De afwijkingen zijn vaak een eerste aanwijzing dat u systemische sclerodermie (SSc) of (minder vaak) een andere ziekte heeft, zoals systemische lupus erythematosus (SLE), poly- of dermatomyositis of mixed connective tissue disease (MCTD). Er ontstaan al vroeg in het ziekteproces vergrootte haarvaatjes. De vergrootte haarvaatjes zijn erg fragiel en kunnen gemakkelijk bloeden. Soms is dat met het blote oog te zien. Later in het proces verdikt de vaatwand en vernauwen de haarvaatjes. Er ontstaan ​​kleine stolsels, waardoor het bloed uiteindelijk niet door kan stromen. Als gevolg hiervan blijven er minder haarvaatjes in de nagelriemen over. Als de ziekte vergevorderd is, ontstaat er zuurstofgebrek en worden er minder nieuwe bloedvaatjes aangemaakt. Deze liggen niet goed naast elkaar en hebben een boomvormige structuur.
•• hartonderzoek.
Er kan een elektrocardiogram (ECG) gemaakt worden, dat is een hartfilmpje, of een hartecho. Bij een hartkatheterisatie worden de kransslagaders in beeld gebracht om te zien of er vernauwingen zijn. De arts kan ook kijken naar de functies van de hartkleppen, de pompfunctie van de linker hartkamer en de druk in de linker- en rechterhelft van het hart.
Met een fietstest kan onderzocht worden wat inspanning met uw hart doet. Zo is aan te tonen of uw hartklachten ontstaan door zuurstoftekort. In rust is de doorbloeding van het hart vaak voldoende. Bij inspanning kan de bloeddoorstroming soms niet voldoende toenemen en treedt zuurstofgebrek op. Er kan ook bepaald worden of er aritmie van het hart is. Bij aritmie of hartritmestoornis (onregelmatige hartslag) kan een persoon zich duizelig voelen, buiten adem zijn of het hart voelen kloppen of fladderen.
•• longonderzoek.
Vaak wordt een longfunctieonderzoek uitgevoerd, waarbij u via een mondstuk en een neusklem in een slangetje moet blazen om zo uw longinhoud te testen. Bij een longfunctieonderzoek wordt getest hoeveel longcapaciteit u heeft en hoe snel u kunt in- en uitademen, diep inademt en hard uitblaast. De resultaten geven informatie over de luchtstroom in de longen, de zuurstofopname in de longen en het volume van de longen. Daarna krijgt u een medicijn toegediend dat de luchtwegen verwijdt en na 15 minuten worden de oefeningen herhaald. De longfunctie-analist ziet of de inhoud van de longen en de snelheid van inhalatie en uitademen verbeteren door het medicijn. Bij een bronchoscopie wordt de binnenkant van de longen onderzocht met behulp van een bronchoscoop. Dit is een flexibele slang met een diameter van ongeveer 0,5 centimeter met aan het einde een videocameraatje om de longen te inspecteren. Via de bronchoscoop kan ook slijm of weefsel van de wand van de luchtwegen gespoeld, geborsteld of weggenomen (biopsie) worden. Met behulp van de röntgenstralen van de CT-scan kunnen er dunne dwarsdoorsneden gemaakt worden van uw longen om vast te stellen of u longfibrose heeft.
•• Röntgenfoto’s.
Röntgenfoto’s tonen mogelijke vorming van verkalkte knobbeltjes (kalkaanslag) onder de huid in de spieren en gewrichten. Vooral bij de beperkte cutane systemische sclerose (CREST-syndroom) vorm van sclerodermie krijgt u kalkafzettingen bij uw vingertoppen en tenen. Deze kalkafzettingen zijn vaak alleen op röntgenfoto’s te zien. Bij problemen met slikken kunnen röntgenfoto’s van de slokdarm laten zien of uw slokdarm goed beweegt. Soms is ook een gastroscopie (kijkonderzoek van de slokdarm en maag) nodig om te beoordelen wat de oorzaak is van de slikproblemen.

Behandeling

Hoewel sommige behandelingen effectief zijn in het behandelen van sommige aspecten van de verschillende vormen van sclerodermie, is er geen geneesmiddel waarvan duidelijk is aangetoond dat het het belangrijkste symptoom van huidverdikking en verharding stopt of terugdraait. Er zijn wel medicijnen of behandelingen, die uw klachten verminderen en de ziekte afremmen.

Pijnstillers, die u zelf kunt aanschaffen zonder recept
• Een gewone pijnstiller met de werkzame stof paracetamol. Paracetamol helpt tegen pijn en koorts, veroorzaakt geen maagproblemen, geeft meestal geen bijwerkingen en is goed te combineren met andere medicijnen.
• Een NSAID, een ontstekingsremmende pijnstiller. De afkorting NSAID staat voor Non-Steroidal Anti-Inflammatory Drugs. Deze pijnstillers remmen ontstekingen. In een lagere dosering zijn NSAIDs, zoals diclofenac, naproxen en ibuprofen, zonder recept te koop.

Heeft u lichamelijke klachten? Ga dan altijd naar uw huisarts of specialist voor een goede diagnose ervan en de juiste behandeling.

Geneesmiddelen op recept
Dit wordt verstrekt door uw arts of reumatoloog of internist.
Welke medicijnen u precies krijgt voorgeschreven, in welke dosis en voor welke periode, is onder meer afhankelijk (van de ernst) van uw klachten. Daarnaast bekijkt de arts hoe u reageert op een bepaald medicijn: wat de effectiviteit van een middel is, welke bijwerkingen het heeft en hoe u die bijwerkingen ervaart. Ook gebeurt het regelmatig dat verschillende soorten medicijnen met elkaar worden gecombineerd. Uw arts zal u informatie geven die aansluit bij uw persoonlijke situatie.
• Een NSAID, een ontstekingsremmende pijnstiller, zoals naproxen, ibuprofen, meloxicam of indomethacine. De afkorting NSAID staat voor Non-Steroidal Anti-Inflammatory Drugs, wat betekent dat het om medicijnen gaat die effectief zijn tegen ontsteking, zwelling, pijn, stijfheid en koorts, maar die geen corticosteroïden (steroïden) bevatten. Bij systemische sclerose komen ontstekingen voor in de huid, spieren, gewrichten en de organen (longen, hart, nieren). Daarom krijgen mensen met sclerodermie medicijnen voorgeschreven die ontstekingen remmen. Uw arts zal deze geneesmiddelen op recept voorschrijven met een hogere dosis van de werkzame stof. De exacte effectieve dosis varieert van patiënt tot patiënt. Hoge doses kortwerkende NSAID’s geven de snelste verlichting van de symptomen. Gegeven in de juiste dosis en duur, geven deze medicijnen grote verlichting voor de meeste patiënten. De NSAID’s kunnen maagklachten, gastro-intestinale (GI) bloedingen, zweren of diarree veroorzaken, maar worden door de meeste mensen goed verdragen wanneer ze voor de korte termijn worden gebruikt. Sommige mensen kunnen geen NSAID’s gebruiken vanwege gezondheidsaandoeningen zoals maagzweer, verminderde nierfunctie of het gebruik van bloedverdunners. NSAIDs kunnen ook worden gebruikt om de neiging tot trombose tegen te gaan. In een lage dosis kunnen deze middelen (vooral acetylsalicylzuur) een remmend effect op de bloedstolling hebben. Dit kan gunstig zijn voor mensen bij wie snel bloedstolsels ontstaan of bij zweertjes aan de vingers.
• Een conventionele synthetische DMARD (Disease-Modifying Anti Rheumatic Drug). Bij sclerodermie worden methotrexaat, azathioprine of mycofenolaat mofetil voorgeschreven. Een DMARD heeft verschillende werkingsmechanismen en onderdrukt de gewrichtsontstekingen bij een aantal vormen van reuma. Bij het gebruik van een DMARD in een vroeg stadium van uw aandoening zullen uw gewrichten minder beschadigen door de ontstekingen. Deze medicijnen verlichten niet alleen de symptomen, maar vertragen ook de progressie van de gewrichtsschade. Vanwege het medicijn maakt het lichaam soms minder bindweefsel aan. De specialist kan naast de DMARD ook een NSAID of een corticosteroïd of een lage dosis prednison voorschrijven of een combinatie van de reumaremmers om direct de pijn te bestrijden en de ontsteking effectiever aan te pakken.
Immunosuppressiva (immuunsysteem onderdrukkende medicijnen). Bij systemische sclerose (SSc) heeft u last van ontstekingen in de huid, spieren, gewrichten en de organen (longen, hart, nieren). Dat is de reden waarom de patiënten vaak medicijnen voorgeschreven krijgen, die ontstekingen remmen. Als deze medicijnen onvoldoende effect hebben, kan de arts medicijnen voorschrijven die het immuunsysteem onderdrukken. Immunosuppressiva worden gebruikt om auto-immuunziekten te behandelen. Met een auto-immuunziekte valt het immuunsysteem het eigen weefsel van het lichaam aan. Omdat immunosuppressiva het immuunsysteem verzwakken, onderdrukken ze deze reactie. Dit helpt de impact van de auto-immuunziekte op het lichaam te verminderen. Onder invloed van deze medicijnen neemt de ontsteking af en wordt de ziekte rustiger, waardoor de symptomen verdwijnen of verminderen. Er zijn veel verschillende immunosuppressiva. Bij de behandeling van sclerodermie wordt voornamelijk gebruik gemaakt van de middelen azathioprine (DMARD), cyclofosfamide en mycofenolzuur. Deze medicijnen worden alleen voorgeschreven bij ernstige ontstekingen, bijvoorbeeld van de longen of de nieren.
•• Een biological DMARD (biological Disease Modifying Anti Rheumatic Drug), zoals TNF-alfaremmers, interleukineremmers, B-celremmers en T-celremmers. Biologicals zijn medicijnen die gedeeltelijk of geheel uit dierlijk of menselijk eiwit bestaan. De medicijnen kunnen de chemische signalen van het immuunsysteem blokkeren, die leiden tot ontsteking en gewrichts-/weefselbeschadiging. Ze remmen de stoffen die de ontstekingen in uw lichaam veroorzaken. Dat voorkomt schade aan de gewrichten en zorgt ervoor dat u zich beter voelt. Een biological is een medicijn dat uw immuunsysteem kan beïnvloeden. Als u gezond bent, produceert het immuunsysteem zelf voldoende antilichamen om zichzelf te beschermen tegen ziekteverwekkers (virussen en bacteriën). Dit evenwicht is verstoord bij mensen met een chronische ontstekingsziekte. Bij reumatische ziekten reageert het afweersysteem actief tegen ‘eigen’ lichaamscellen. Een biological kan dat evenwicht herstellen.
De belangrijkste bijwerking van deze medicijnen is dat ze u gevoeliger maken voor infecties, zoals een verkoudheid. Biologicals worden toegevoegd wanneer behandeling met traditionele synthetische reumaremmers (DMARDS) of ontstekingsremmers zoals methotrexaat of naproxen niet voldoende effectief blijken te werken. Meestal gebruiken patiënten deze geneesmiddelen met methotrexaat, omdat deze combinatie van geneesmiddelen effectiever is.
•• Immunomodulantia (TNF-α remmers, interleukine remmers en een CTLA4/IgG fusie eiwit) zijn een groep van medicijnen, die werkzaam zijn tegen aandoeningen van het immuunsysteem (= afweersysteem) in het lichaam. Ze behoren tot de zogenaamde ‘biologicals’, die een belangrijke rol spelen bij de immunologische afweer. Deze medicijnen worden toegepast om een auto-immuun reactie van het lichaam te onderdrukken en zo de ontstekingsreactie tegen te gaan. TNF-α remmers zijn Cimzia®, Enbrel®, Humira® en Simponi®; interleukine remmers zijn Kineret® en Stelara; en een CTLA4/IgG fusie eiwit is Orencia®.
•• Cytostatica zijn medicijnen die het immuunsysteem onderdrukken door de celdeling te remmen. Deze medicijnen worden ook gebruikt bij de behandeling van kanker. Cyclofosfamide wordt soms voorgeschreven als u een vorm van sclerodermie heeft, waarbij organen ook door de ziekte worden getroffen. Cyclofosfamide is een medicijn dat werkt op een snel opdelende celdeling en een onderdrukkend effect heeft op ontstekingen. De dosering van cyclofosfamide is verschillend per ziektebeeld en is afhankelijk van de symptomen die u heeft van uw ziekte. Normaal gesproken zorgt het immuunsysteem ervoor dat lichaamsvreemde cellen worden afgestoten. Maar bij een auto-immuunziekte is dit verdedigingsmechanisme verstoord. Het immuunsysteem herkent dan ook de lichaamseigen cellen niet meer en valt deze aan. Behandeling met cyclofosfamide kan dit proces tegengaan. De dosis cyclofosfamide bij de behandeling van kanker is anders dan bij de behandeling van auto-immuunziekten.
• • Een corticosteroïd (een kunstmatig bijnierschorshormoon) is een ontstekingsremmend medicijn dat lijkt op het natuurlijke hormoon dat het lichaam in de bijnierschors aanmaakt. Corticosteroïden bootsen de effecten na van het hormoon dat uw lichaam op natuurlijke wijze produceert in uw bijnieren, die bovenop uw nieren liggen. Het zijn krachtige ontstekingsremmers die de afweerreactie in het lichaam en de ontsteking onderdrukken. Voorbeelden zijn prednison of prednisolon. Corticosteroïden kunnen verwerkt worden in zalven, crèmes, lotions en als injectievloeistof. Een corticosteroïd medicijn kan snel effectief zijn voor een zwelling die gelokaliseerd is (niet wijdverbreid) door een injectie in de aangetaste gewricht- of peesmantel (het membraan rond een pees). Erg ontstoken gewrichten kunnen baat hebben bij corticosteroïd-injecties (cortisone-shots). Prednison (een glucocorticoïd) vermindert de ontstekingen door uw gehele lichaam. Het doet dit door in te grijpen op de wijze waarop bepaalde chemicaliën in uw lichaam ontstekingen veroorzaken.
Fenomeen van Raynaud. De meest gebruikte medicijnen zijn calciumantagonisten (calciumblokkers). De vaatverwijdende medicijnen zorgen ervoor dat spiercellen in de wanden van de bloedvaten ontspannen, zodat de bloedvaten wijder worden. Hierdoor kan het bloed beter doorstromen en daalt de bloeddruk. Een betere doorstroming van het bloed zorgt er ook voor dat wondjes sneller genezen.
Bij ernstige vormen van Raynaud, met wonden aan de vingertoppen (digitale ulcera), zijn andere medicijnen beschikbaar, zoals prostacyclines. Deze stof verwijdt de bloedvaten en heeft een functie in de bloedstolling.
U kunt ook bloedvatverwijdende medicijnen voorgeschreven krijgen, die artsen gebruiken bij andere aandoeningen (hoge bloeddruk, hartfalen, nierziekte). Deze ACE-remmers “angiotensine converting enzyme inhibitors” remmen een stof die ervoor zorgt dat de bloedvaten samentrekken.
Het fenomeen van Raynaud kan ook worden behandeld met geneesmiddelen als de PDE-5-remmers, zoals sildenafil (Viagra), tadalafil (Cialis). Deze medicijnen openen vernauwde bloedvaten en verbeteren de circulatie van de bloedstroom.
Maag en slokdarm. Maagzuur (zure reflux) kan worden behandeld met antacida, in het bijzonder protonpompremmers (maagzuurremmers) om de maag stimuleren om het voedsel af te voeren en prokinetica. Deze medicijnen bevorderen de beweeglijkheid van uw slokdarm en maag. Deze medicijnen verlichten gastro-oesofageale refluxziekte (GERD). Omdat deze medicijnen meestal goed worden verdragen, kunt u ze voor een langere periode gebruiken. Dit zorgt er ook voor dat minder maagzuur terugvloeit naar uw slokdarm.
Hart problemen. Als uw hart niet goed meer pompt, kunt u medicijnen krijgen die de hartspiercellen stimuleren. Myocarditis, een ontstoken hartspier, vermindert de knijpkracht van uw hart. Dit is een gevaarlijke complicatie. U krijgt immunosuppressiva (afweer-onderdrukkende medicijnen) voorgeschreven zoals azathioprine, cyclofosfamide, prednison of mycofenolaat mofetil.
Nierproblemen. Nieraandoeningen bij sclerodermie kunnen worden behandeld met bloeddrukmedicijnen, die “angiotensine-converting enzyme-remmers” (ACE-remmers) worden genoemd. Uw bloeddruk daalt als gevolg van de vaatverwijdende werking van ACE-remmers. Deze medicijnen remmen een stof af die ervoor zorgt dat de bloedvaten samentrekken. Het hart heeft daarom minder kracht nodig om het bloed rond te pompen. Dit maakt de ACE-remmers geschikt voor de behandeling van ernstige nierproblemen, hartfalen en verhoogde bloeddruk. Bij sclerodermie gaat verlies van de nierfunctie vaak samen met een verhoogde bloeddruk. Uw bloeddruk moet daarom geregeld worden gecontroleerd. Deze medicijnen kunnen vaak effectief de nierschade beheersen als ze vroeg worden gestart en het gebruik van deze geneesmiddelen is een belangrijke vooruitgang geweest voor de behandeling van sclerodermie. Gewoonlijk zal uw nierfunctie gedeeltelijk herstellen, maar soms is uw nier zodanig beschadigd dat nierdialyse noodzakelijk is. U krijgt afweer-onderdrukkende medicijnen zoals azathioprine, cyclofosfamide, prednison of mycofenolaat mofetil voorgeschreven.
Longen. Er zijn twee verschillende longziekten die patiënten met sclerodermie kunnen ontwikkelen. Het eerste type wordt interstitiële longziekte (pulmonaire fibrose of long fibrose) genoemd, die littekenvorming van het longweefsel veroorzaakt. Er zijn aanwijzingen dat medicijnen, zoals cyclofosfamide en mycofenolaat mofetil, enigszins effectief zijn bij de behandeling van de interstitiële longziekte bij sclerodermie. Het tweede type longziekte dat wordt gezien bij sclerodermie is pulmonale arteriële hypertensie (hoge bloeddruk in de slagaders in de longen). Er zijn een aantal medicijnen beschikbaar om deze aandoening te behandelen, die werken door de bloedvaten in de longen te openen om de bloedstroom te verbeteren. Medicijnen die worden gebruikt voor de behandeling van pulmonale hypertensie omvatten prostacycline-achtige geneesmiddelen (epoprostenol, treprostinol, iloprost), de endothelinereceptorantagonisten (bosentan, ambrisentan) en PDE-5-remmers (sildenafil, vardenafil, tadalafil) .
Zuurstof. Als de longen door extra bindweefselvorming veel minder zuurstof kunnen opnemen en u kortademig wordt, kan het helpen als u extra zuurstof vanuit een zuurstoftank krijgt. Als de bloeddruk in uw kleine bloedsomloop (zuurstof ophalen, afvalstoffen afvoeren) te hoog is, kan uw arts medicijnen voorschrijven die uw bloedvaten verwijden en op die manier de bloeddruk verlagen.
Huidklachten. Bij ernstige huidafwijkingen krijgt u van uw arts een zalf met corticosteroïden, soms in combinatie met immunosuppressiva (afweer-onderdrukkende medicijnen) zoals prednison en azathioprine. Bij gelokaliseerde sclerodermie kan UVA-lichttherapie een positief effect hebben op uw huid. Als u jeuk heeft, kunt u een vette crème en eventueel antihistaminica gebruiken. Histamine komt vrij bij een allergische reactie en is een stof die jeuk veroorzaakt en ervoor zorgt dat de kleine bloedvaten in de huid uitzetten, waardoor de huid rood wordt en jeukende bultjes (oedeem) ontwikkelt. Antihistaminica kunnen worden gebruikt om de werking van histamine te bestrijden. Jeuk kan ook worden veroorzaakt door een ijzertekort in uw lichaam. Uw arts kan een ijzertekort met een bloedtest uitsluiten.
Hoge koorts. Uw arts kan prednison en/of een DMARD voorschrijven in geval van plotselinge hoge koorts.
Ernstige vermoeidheid. Ernstige vermoeidheid kan betekenen dat de ziekte actiever is geworden. Hydroxychloroquine of prednison kunnen ernstige vermoeidheid verminderen.
Spierpijn en spierzwakte. Deze kunnen worden behandeld met ontstekingsremmende medicijnen zoals glucocorticoïden (prednison), intraveneuze immunoglobine (IVIg) en/of immunosuppressiva. De ontsteking van uw spieren kan uw spierkracht verminderen. Als uw grote skeletspieren ontsteken, noemen we dat polymyositis. Dit kan worden behandeld met medicijnen, zoals prednison of methotrexaat. De gewrichten zijn gevoelig voor ontstekingen (met name de handen en knieën) en in uw peesschede kunnen ontstekingen ontstaan of kan zich bindweefsel vormen, waardoor u pijn krijgt of uw pezen gaan kraken. Hiervoor kunt u ontstekingsremmende pijnstillers of prednison krijgen.
Stamceltransplantatie kan mogelijk een behandeling zijn bij sommige patiënten met zeer ernstige systemische sclerodermie (SSc). Soms verloopt de systemische sclerodermie zo ernstig dat alleen een stamceltransplantatie de ziekte mogelijk kan stoppen. Stamceltransplantatie is een zeer zware behandeling.

Gebruik medicijn en therapietrouw

• Het is belangrijk dat u de medicijnen inneemt zoals ze zijn voorgeschreven. Om uw ziekte goed onder controle te krijgen, is het zeer belangrijk dat u uw medicijnen dagelijks op vaste tijden inneemt. Als u dat niet doet, wordt er geen goede concentratie van het medicijn in uw bloed opgebouwd en werkt het medicijn daarom minder goed.
• Heeft u moeite met onthouden, wanneer en hoeveel van uw medicijnen u dagelijks moet innemen? Koop dan een medicijn dispenser, waarin u uw medicijnen per dag kunt sorteren.
• Heeft u moeite met of bezwaren tegen het innemen van de aan u voorgeschreven medicijnen, bijvoorbeeld vanwege eventuele bijwerkingen? Dan kan dat er toe leiden, dat u de medicijnen niet meer regelmatig inneemt. Bespreek dit met uw arts!

Gebruik medicijnen
De arts zal bij problemen kijken naar:
• de dosering en hoeveelheid medicijnen die u gebruikt.
• overschakelen naar een ander medicijn van hetzelfde type of een volledig nieuw type medicijn.
• combinatie van verschillende medicijnen op hetzelfde moment.

Uw arts kan u vertellen:
• of het medicijn voor u kan werken.
• hoe u het medicijn het beste kunt gebruiken.
• hoeveel en hoe vaak u het medicijn kunt gebruiken.
• hoe u het medicijn het beste kunt afbouwen.

U moet uw huisarts of specialist altijd vertellen:
• of u andere medicijnen (zelf gekocht of voorgeschreven door een andere arts) gebruikt.
• of u een andere medische aandoening heeft.
• of u binnenkort wordt geopereerd.
• of u eerder een ontstekingsremmende pijnstiller heeft voorgeschreven gekregen, die bijwerkingen gaf bij u.
• of u zwanger wilt worden of zwanger bent.
• of u borstvoeding geeft.
Dit is belangrijk omdat uw huisarts of specialist een zorgvuldige keuze moet maken tussen verschillende medicijnen.

Bijwerkingen
• Alle medicijnen kunnen bijwerkingen hebben bij gebruik, dus vraag uw arts of apotheker welke bijwerkingen u kunt verwachten of lees de bijsluiter.

Verminderen of stoppen
• Als u zelf zou stoppen met een medicijn of het aantal medicijnen zelf zou verminderen, kunnen uw klachten verergeren. Overleg daarom altijd eerst met uw huisarts of specialist als u minder medicijnen wilt gaan gebruiken of wilt stoppen.

Alternatieve behandelingen

Er bestaan veel soorten alternatieve behandelingen. Hiermee worden alle behandelingen bedoeld, die buiten de gewone wetenschappelijke medische zorg vallen. Voor de werking van deze behandelingen is geen wetenschappelijk bewijs geleverd. De alternatieve behandelingen worden ook wel ‘complementair‘ genoemd, omdat ze een aanvulling kunnen zijn op de reguliere medische behandeling door uw arts.
Veel mensen kiezen naast hun reguliere medische behandeling ook voor een alternatieve behandeling. Ze hopen dat dit extra helpt tegen hun klachten of beter helpt om met de klachten om te gaan.

Kan een alternatieve behandeling een vervanging zijn voor uw reguliere medische behandeling?
Nee, als u kiest voor een alternatieve behandelmethode is dat altijd een aanvulling op uw gewone medische behandeling. U moet niet stoppen met uw reguliere behandeling, want anders loopt u onnodige gezondheidsrisico’s. Overleg daarom altijd eerst met uw behandelend arts voordat u met een alternatieve behandeling begint.

Welke alternatieve behandelingen zijn er bijvoorbeeld?
Er zijn heel veel verschillende alternatieve behandelmethoden beschikbaar, die ook gecombineerd kunnen worden. Enkele voorbeelden zijn:
• Chinese geneeskunde (acupunctuur en tai chi).
• homeopathie (producten gemaakt uit planten en mineralen).
• Bowen therapie.
• Ayurveda.
• Bach bloesembehandeling.
• shiatsu-, voetzool- en klassieke massage.
• voedingssupplementen.

Waar moet u op letten?
• Bij veel alternatieve behandelingen is niet aangetoond dat ze daadwerkelijk werken. Als u er voor kiest om een alternatieve behandeling uit te proberen, let er dan op dat uw klachten niet toenemen. Stop met een alternatieve behandeling, zodra uw klachten toenemen.
• Bedenk ook altijd eerst waarom u een alternatieve behandeling wilt volgen.
• Bereid u goed voor door informatie over de alternatieve behandeling op te zoeken en te lezen. Overleg met uw behandelend arts, want bepaalde klachten kunnen verminderen door sommige alternatieve behandelingsmethoden.
• Bepaal zelf in welke alternatieve methode u vertrouwen heeft voor de verlichting van uw klachten en of u eraan wilt beginnen.

Wat kunt u het beste doen bij een keuze voor een alternatieve behandeling?
• Overleg altijd met uw behandelend arts over de alternatieve behandelmethode die u wilt gaan volgen.
• Overleg met uw behandelend arts en met de alternatieve behandelaar of zij met elkaar willen overleggen over uw behandeling.
• Kies een alternatieve behandelaar die een erkende beroepsopleiding heeft gevolgd en bij een beroepsorganisatie is aangesloten.
• Vraag uw alternatieve behandelaar vooraf naar het doel, de duur, de kosten en de risico’s van de behandeling. Hoeveel geld u kwijt bent, hangt af van welke behandeling u kiest, hoelang deze duurt en hoe u verzekerd bent.
• Stop niet met uw reguliere medische behandeling, want uw klachten kunnen hierdoor verergeren.
• Weeg tijdens een behandeling af of u wilt doorgaan of stoppen als uw klachten erger worden, als u geen effect van de alternatieve behandeling merkt of als u bijwerkingen krijgt.

Waarom is letten op uw voeding belangrijk?

• Gezonde voeding is belangrijk om de vitamines en mineralen en andere voedingsstoffen binnen te krijgen, die uw lichaam nodig heeft.
• Overgewicht levert risico’s op voor uw gezondheid en ziekteverloop. Bij reuma speelt overgewicht bijvoorbeeld een belangrijke rol bij artrose in knieën, heupen en enkels. De druk op uw gewrichten is dan gewoon te groot. Gezond eten en genoeg beweging (een sport beoefenen en actief in huis en buitenshuis) kan helpen om uw overgewicht te verminderen of tegen te gaan.
• Een gezond eetpatroon is dus altijd belangrijk en de diëtiste kan u daarbij ondersteunen met de juiste voedingsadviezen.

Wat is een gezond eetpatroon?
Met een gezond eetpatroon krijgt uw lichaam de juiste hoeveelheid goede voedingsstoffen binnen, die het nodig heeft. U eet de hoeveelheden, die uw lichaam nodig heeft. De diëtiste kan u daarbij ondersteunen met de juiste voedingsadviezen. Kijk op de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. U kiest uit ieder vak wat u wilt eten en u kunt iedere dag een andere keuze maken en variëren met uw eten. Let op de aanbevolen hoeveelheden per vak en doe dat iedere dag. Kijk op http://www.voedingscentrum.nl
De 5 vakken van de Schijf van Vijf zijn:
• Groente en fruit
• Brood, graanproducten en aardappelen
• Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel
• Smeer- en bereidingsvetten
• Dranken

Waar kunt u advies krijgen voor een gezond eetpatroon?
• Op de website van het Voedingscentrum kunt u terecht voor betrouwbare adviezen over gezond en gevarieerd eten.
• U kunt advies vragen aan uw huisarts of een diëtiste. De huisarts kan u door verwijzen naar een diëtiste. Sommige diëten kunnen mogelijk gericht tegen uw klachten helpen. Overleg met uw huisarts of diëtiste als u een bepaald dieet wilt proberen. En let erop dat u geen belangrijke voedingsmiddelen weglaat uit uw dagelijkse eetpatroon.

Wat kunt u doen bij een pijnlijke of droge mond?
Soms kunt u om verschillende redenen last van een droge of pijnlijke mond hebben. Tips:
• door te kauwen (op bijvoorbeeld stukje komkommer, suikervrij snoepje of kauwgom) en te zuigen (ijsklontje) worden de speekselklieren gestimuleerd om speeksel te produceren.
• een goede mondverzorging is belangrijk: goed tandenpoetsen, flossen en het gebruik van mondwater.
• spoel uw mond regelmatig, drink kleine beetjes water en gebruik eventueel een mondsproeier.
• laat hete dranken eerst wat afkoelen.
• gebruik ijs of koude gerechten, want koude verdooft de pijn.
• gebruik geen scherpe kruiden en specerijen, vruchtensap, koolzuurhoudende frisdranken, alcoholische dranken, erg zoute etenswaren en zure etenswaren.
• etenswaren met harde korstjes, noten, botjes en graten kunnen wondjes veroorzaken.
• gebruik bij de warme maaltijd soep, jus of saus om het eten smeuïger te maken.
• smeerkaas, smeerbare paté of salade, jam of honing op brood, pap, drinkontbijt en vla slikt bijvoorbeeld gemakkelijker door dan droog beleg.
• als u gemalen of vloeibare voeding moet gebruiken, kunt u met een mixer uw maaltijd vermalen met wat extra vocht.

Bij sommige vormen van reuma of gebruik van bepaalde medicijnen kunnen darmklachten voorkomen. De darmklachten kunnen ontstaan door de invloed van bepaalde medicijnen op de voedselopname. Andersom kan het voedsel, dat u eet, effect hebben op de werking van uw medicijnen.

Voedingssupplementen, visvetzuren, glucosamine en vitamine D?
• Voedingssupplementen zijn verkrijgbaar als pillen, poeders, druppels, capsules of drankjes en zijn bedoeld als aanvulling op onvoldoende dagelijkse voeding. Ze bevatten vitamines, mineralen of bio-actieve stoffen. Deze synthetische of geïsoleerde vitamines, mineralen of bio-actieve stoffen hebben dezelfde werking als de vitamines en mineralen die al van nature in uw eten en drinken zitten.
Veel mensen kiezen naast hun dagelijkse voeding voor een extra aanvulling op hun eetpatroon. De gebruikers van voedingssupplementen geven aan, dat ze positieve effecten van het gebruik van bepaalde kruiden, vitaminen en mineralen ervaren. Het lichaam neemt de voedingsstoffen in pillen gemakkelijker op dan de voedingsstoffen in eten. Maar als u gezond en gevarieerd eet, heeft u geen extra voedingssupplementen nodig, want u krijgt al voldoende voedingsstoffen, mineralen en vitamines binnen. Meld altijd aan uw huisarts en apotheker, dat u voedingssupplementen gebruikt.
• Visvetzuren lijken een licht ontstekingsremmend effect te hebben bij een hoge inname ervan. Er is vooral onderzoek naar gedaan bij reumatoïde artritis. Het advies is om twee keer per week vette vis te eten.
• Glucosamine kan als een milde pijnstiller werken bij artrose in de knie, maar stopt de artrose niet.
• Ons lichaam maakt vitamine D natuurlijk aan onder invloed van het zonlicht buitenshuis. Vitamine D heeft mogelijk een gunstige werking bij ontstekingsreuma, maar dat is nog onvoldoende bewezen. Mensen met lupus erythemathodes (LE), die weinig buiten komen vanwege huidklachten, wordt aangeraden om vitamine D te gebruiken via voorschrift van de arts. Vitamine D wordt ook voorgeschreven voor een betere opname van calciumtabletten bij artrose en osteoporose.

Leven met sclerodermie

Leven met sclerodermie is ingrijpend. Patiënten moeten leren omgaan met de psychische tegenslagen die het gevolg zijn van het leven met een chronische ziekte die momenteel ongeneeslijk is en lichamelijke problemen, die in ernst variëren. Aanzienlijke veranderingen in uiterlijk kunnen van invloed zijn op het zelfbeeld en ondersteuning van familie en vrienden is nodig om een goede kwaliteit van leven te behouden.
• Bij huidklachten kunt u een vochtinbrengende lotion gebruiken voor een (zeer) gevoelige huid, uw huid insmeren met een vette zalf en een luchtbevochtiger in huis plaatsen en eventueel op het werk.
• Bij mondproblemen moet u uw tandarts en mondhygiënist vertellen, dat u sclerodermie heeft, zodat zij u kunnen adviseren. Het is belangrijk om uw mond en (kunst)gebit goed te reinigen en te verzorgen om gebitsproblemen te voorkomen. U kunt mondoefeningen doen om uw mondopening zo soepel mogelijk te houden. U moet een gebitsprothese regelmatig laten controleren, want als deze niet goed past, zal dit regelmatig irritatie en/of schade aan uw slijmvliezen veroorzaken. Roken verslechtert de conditie van uw tandvlees.
• Bij vermoeidheid helpt het om regelmatig te bewegen. Het kan soms lastig zijn om te bewegen als u zich niet fit voelt. Maar mensen met een chronische aandoening blijken minder last van hun vermoeidheid te hebben als zij regelmatig bewegen. Probeer ook uw energie te verdelen en verdeel uw activiteiten over de dag.
• Bij een geïrriteerde pijnlijke slokdarm functioneert het maagklepje soms niet goed. Hierdoor vloeit de zure maaginhoud terug in de slokdarm. Het maagzuur kan een ontsteking aan uw slokdarm veroorzaken en uw tanden beschadigen. Vanwege de geïrriteerde pijnlijke slokdarm kan slikken pijn doen of kan voedsel niet goed in uw slokdarm wegzakken. Pas uw dieet dienovereenkomstig aan, het is belangrijk om langzaam te eten en goed te kauwen, gebruik kleine porties de gehele dag door, gebruik geen scherpe kruiden in het voedsel en drink water, koffie en thee zonder suiker en melk tijdens het eten. Door wat te drinken bij het eten wordt het voedsel zachter. Dan kunt u waarschijnlijk gemakkelijker slikken. U kunt beter laat in de avond niets meer eten, als u s’ nachts last van maagzuur heeft.
• Bij pijnlijke en stijve gewrichten kunt u de functionaliteit en beweeglijkheid van uw gewrichten en een goede doorbloeding zo lang mogelijk behouden door iedere dag uw gewrichten rustig te bewegen. Regelmatige lichaamsbeweging is goed, omdat het botontkalking voorkomt, uw cholesterol verlaagt, spieren sterker maakt, goed is voor uw conditie, het hart en de longen versterkt, het vetpercentage vermindert en de gewrichten soepel houdt.
Warmte helpt goed bij stijfheid. Warme kleding in lagen houdt uw lichaam op temperatuur. Heeft u pijnlijke vingers en tenen vanwege het fenomeen van Raynaud? Warmte zorgt voor een goede bloedtoevoer naar de handen en voeten. Draag bijvoorbeeld handschoenen, sokken, sjaal en muts als u naar buiten gaat, ook in de herfst en zo nodig in de zomer. Anders gaat veel lichaamswarmte verloren. Draag geen kleding waarin u veel zweet. Uw lichaam koelt daardoor af. Kies bij voorkeur wat ruimere schoenen. Dan kan er genoeg bloed naar de voeten stromen. Draag eventueel meer sokken over elkaar. Neem een warme douche als u last heeft van stijve gewrichten en zorg ervoor dat uw huis gelijkmatig verwarmd is. Gebruik geen koud water en vermijd koude omgevingen.
• Vermijd stress en zorg voor een goede nachtrust.
• Stop met roken. Roken vernauwt de bloedvaten en verhoogt het risico op hart- en vaatziekten, terwijl bij sclerodermie dit risico al verhoogd is. De klachten nemen ook toe als gevolg van het fenomeen van Raynaud. Roken verhoogt ook het risico op trombose (vorming van bloedstolsels in de bloedvaten) bij mensen met sclerodermie.

Demystifying Medicine I An Overview of Scleroderma Part 1 I Breaking it down.

Demystifying Medicine I An Overview of Scleroderma Part 2 I Treatment and management

Demystifying Medicine I An Overview of Scleroderma Part 3 I Nutrition for Patients

Demystifying Medicine I Unmasking the causes of Scleroderma

Demystifying Medicine I Relationship between Scleroderma and Pulmonary Fibrosis

Scleroderma Foundation Tri-State I Living with Scleroderma

Bron video’s
Demystifying Medicine I An Overview of Scleroderma Part 1 I Breaking it down I https://youtu.be/h6ti1eVo-9s
Demystifying Medicine I An Overview of Scleroderma Part 2 I Treatment and management I 
https://youtu.be/6KLeGkeREkM
Demystifying Medicine I An Overview of Scleroderma Part 3 I Nutrition for Patients I https://youtu.be/ePBlZPXO7Ko
Demystifying Medicine: Relationship between Scleroderma and Pulmonary Fibrosis I https://youtu.be/jq7A-ImuBJY
Demystifying Medicine: Unmasking the causes of Scleroderma I https://youtu.be/euoTTOD33QI

Copyright Demystifying Medicine I McMaster University 2016
Scleroderma Foundation Tri-State I Living with Scleroderma I https://youtu.be/Gl66qO8uxSM

Verantwoordingstekst sclerodermie
De informatie over sclerodermie is algemeen.
Iedere situatie is anders, dus raadpleegt u bij vragen of klachten altijd uw huisarts, medisch specialist of apotheker.

Patiëntvideo’s
De patiëntvideo’s zijn alleen bedoeld voor algemeen informatief gebruik. U moet een gekwalificeerde zorgverlener raadplegen voor professioneel medisch advies, diagnose en behandeling van uw gezondheidsklachten.

De Caribbean Arthritis Foundation biedt geen medisch advies, diagnose of behandeling!
De inhoud van de website van de Caribbean Arthritis Foundation, zoals tekst, afbeeldingen, afbeeldingen en ander materiaal op de Caribbean Arthritis Foundation Site (‘Inhoud’) zijn alleen bedoeld voor informatieve doeleinden.